Airborne Museum Hartenstein Menu

tentoonstellingen

GEVLUCHT OM TE VECHTEN

Scroll

Tentoonstellingen

De Joodse Vluchtelingen van de 1st Airborne Division

“Een beschadigde shillingmunt, daar begint dit verhaal. Degenen die vaker oorlogsmusea bezoeken zullen bekend zijn met dit soort objecten: alledaagse voorwerpen die de klap van een kogel of granaatscherf hebben opgevangen en daarmee het leven van hun bezitter hebben gered. Ze laten zien hoe dun de grens tussen leven en dood kan zijn in een oorlog en illustreren het belang van de speling van het lot.” – Conservator Jory Brentjens. 

Op 17 september 1944 begon Operatie Market Garden, de grootste geallieerde luchtlandingsoperatie van de Tweede Wereldoorlog. De Britse 1st Airborne Division werd ingezet bij Arnhem. Wat veel mensen niet weten is dat onder deze eenheid zich eenentwintig Joodse Duitsers en Oostenrijkers bevonden. Zij waren in nazi-Duitsland opgegroeid, maar wisten in de jaren 30 naar Groot-Brittannië te vluchten en zich bij de Britse luchtlandingsstrijdkrachten aan te sluiten.

Deze eenentwintig mannen moesten nazi-Duitsland ontvluchten en lieten daarbij vrijwel al hun familie en bezittingen achter. Sommigen van hen hadden hun synagogen in vlammen zien opgaan of hadden in concentratiekampen gevangen gezeten.

In Groot-Brittannië werden hun pogingen een nieuw leven op te bouwen ruw onderbroken door de Duitse invasie van West-Europa. Het wantrouwen ten aanzien van Duitse en Oostenrijkse vluchtelingen nam toe en in juni 1940 besloot de Britse overheid hen te interneren. Om vrijgelaten te worden uit de Britse interneringskampen meldde een groot aantal vluchtelingen zich aan bij  het Britse leger. Zo kwamen ze, via een lange omweg, met de Britse luchtlandingstroepen bij Arnhem terecht.

Harold Schilling
Harold Schilling (rechts) was één van de 21 Joodse vluchtelingen die samen met de Britse luchtlandingstroepen in actie kwamen tijdens de Slag om Arnhem. Hij werd in 1922 geboren in München waar hij opgroeide met zijn broer Werner, zusje Theodora en ouders Theodor en Dora. Nadat de NSDAP in 1933 aan de macht was gekomen werd Duitsland voor Joden steeds onveiliger. In 1938 besloten Harolds ouders hem naar een kostschool in Schotland te sturen.

In april 1943 sloot Harold zich aan bij de Britse luchtlandingstroepen en kwam hij terecht bij de 21st Independent Parachute Company waarmee hij diende in Noord-Afrika, Italië, Noorwegen én Arnhem. In Arnhem werd hij geraakt door een Duitse sluipschutter. De shillingmunt die hij bij zich droeg ving de klap op en redde hiermee misschien wel zijn leven.