Airborne Museum Hartenstein Menu

Jan Kipp

Herinnering

Ik kom terug  »  

Jan Kipp

Naam: Johannes Bartholomeus Adrianus (Jan) Kipp
Geboren: 15 juli 1879
Woonplaats: Arnhem
Evacueert met: echtgenote Eva Nassau Noordewier
Route: Apeldoorn

‘Ik ken mijn opa uit zijn evacuatiebrieven’

“Mijn grootvader Jan Kipp was, lees ik in zijn brieven, een bescheiden man met groot verantwoordelijkheidsgevoel”, beschrijft Anne Sypkens Smit. “Een harde werker. Hij wist dondersgoed wat de Duitsers wilden. Hij wilde redden wat er te redden viel. Dat deed hij diplomatiek. Gelukkig was hij te oud voor de Arbeitseinsatz.”

Dr. Jan Kipp (1879) was in de oorlog gemeentesecretaris van Arnhem. Hij werkte in 1944 voor NSB-burgemeester Eugène Liera. Drie wethouders waren gevlucht en/of ondergedoken, maar Kipp ging tijdens de Slag om Arnhem door, net als directeur Sociale Zaken Nicolaas Hartland. In September 1944 waren Kipps twee zonen het huis al uit. Dochter Toos werkte in Heino als wijkverpleegster. Met haar correspondeerde hij. Haar zoon Anne Sypkens Smit beheert het familiearchief. “Ik heb opa nooit gekend. Maar doordat hij schrijft over wat hem bestuurlijk en persoonlijk bezighield, heb ik toch een beeld van hem gekregen.”

Bommen op Arnhem
Na de start van Operatie Market Garden schreef Kipp zijn dochter Toos: “Schrik niet wanneer je in de krant leest van de bommen op Arnhem. Het is erg genoeg, maar het is niet bij ons geweest. Er zijn +/- 35 mensen gedood, velen gewond, velen dakloos. Wij zijn best, Moek alleen nog ziek zoals je dat kent.”

Ook Jan Kipp moest evacueren. Met zijn vrouw Eva ging hij vanaf de Zijpendaalseweg naar Apeldoorn. Eerst verbleven ze aan de Eendrachtstraat bij Jans collega Nicolaas Hartland. Later trokken ze in bij de famlie Müller-Worp, zwager en schoonzus van zijn jongere zus Gerda Worp-Kipp, op de Loolaan. In Apeldoorn richtte hij met andere ambtenaren een secretarie in aan de Hoofdstraat. Hier konden evacués terecht voor aangiftes van geboorte, huwelijk of overlijden en hun pensioenen. Er was veel aanloop. Op 2 november schreef hij: “Morgen verhuis ik met de secretarie naar de Daendelsweg.”

Perzische tapijten
Kipp ging met Hartland naar Arnhem. Daarover schreef hij: “Ik had helaas maar een half uur tijd en het was half vijf op een regenmiddag, zodat het in huis schemerdonker was, zodat ik weinig en op het laatst helemaal niets meer kon zien. Toch nam ik voor Moek nog een paar japonnen mee, ook voor tante Toos en nog een aantal meeneembare prettige dingen, thee en lepeldoosje, zilveren trekpot, e.d.. Het huis is vrijwel ongeschonden maar binnen is er veel weg en dat zal nog wel meer worden.”

Hij bedankte zijn dochter voor het toesturen van een reisdeken. “Die komt van pas hoor, want ik mis mijn warme dekbed en meer dekens zijn er niet.” Op 18 november liet hij weten: “Gelukkig kon ik nog verschillende kleine dingen uit het huis meenemen, maar het grote geheel zullen we moeten opgeven. De Perzische tapijten zijn in veiligheid in Apeldoorn, ook verschillende schilderijen. ’t Is naargeestig in huis, tochtig, door de (enkele) gebroken ruiten, de heidense rommel, de sporen van verblijf van Duitsers, de ontzettende vochtigheid en de telkens weer openstaande buitendeuren.”

Jan Kipp in begin jaren ’30. Gelders Archief: 1583 - 12043
Geïmproviseerde secretarie aan de Daendelsweg in Apeldoorn. Gelders Archief: 1583 - 5690

Weer aan het werk
Op 28 januari 1945 overleed Eva aan nierfalen. Ze werd in Apeldoorn begraven en later in Arnhem herbegraven. Op 14 februari schreef Jan, nu weduwnaar: “Ik ben weer op de secretarie bezig, het is goed wat afleiding te hebben, maar het is mij af en toe te machtig.”

11 april 1945 liet Kipp zijn dochter weten: “We wachten op terugkeer naar Arnhem. Het duurt langer dan we verwacht hadden. Ik denk ook zeker dat je voor 15.6 niet in Arnhem zal kunnen komen. Je begrijpt dat ik niet mijn werk in de steek kan laten, wanneer er b.v. geen opvolger zou zijn of ik om andere redenen overtuigd ben dat ik nog niet weg kan gaan. Ik zal niet langer wachten dan nodig is, maar je zal toch geduld moeten hebben, een weggaan zonder dat ik er vrede mee zou hebben zou mijn verdere pensioentijd en het afscheid bederven.”

Sacré Coeur
In mei blikte hij terug op 17 april 1945. “Diezelfde middag zijn we met een oranje versierde auto naar Arnhem gegaan. Eerst ingekwartierd op de Sylviahoeve te Schaarsbergen, een mooi groot huis in prachtige omgeving. We aten en sliepen daar en gingen overdag naar Arnhem, waar we op Sacré Coeur, Velperweg een secretarie hebben ingericht. We logeren in een huis aan de Velperweg, wethouders, directeuren en hogere ambtenaren. Ik slaap nu gelukkig alleen op een kamer, eerst met 4. Ik verlang meer dan ooit naar het eind van dit ongezellige drukke leven, dat natuurlijk ook wel z’n aardige momenten heeft. Misschien kan ik wel nu gauw weer in mijn eigen huis slapen, maar het lokt mij niet erg aan er alleen te zijn”.

Ik kom terug

Bekijk alle
evacuatie verhalen

Bekijk verhalen