Airborne Museum Hartenstein Menu

Rein van den Berg

Herinnering

Ik kom terug  »  

Rein van den Berg

Naam: Reinier Dirk (Rein) van den Berg
Geboren: 12 augustus 1932
Woonplaats: Arnhem
Evacueert met: vader Dirk Jan van den Berg, moeder Johanna Maria Boogers en broer
Route: Arnhem, Rheden, Borculo

‘Stiekem terug naar Arnhem om spullen op te halen’

In februari 1945 weigerde de vader van Rein van den Berg een loyaliteitsverklaring te ondertekenen. Het gezin moest onderduiken en kwam terecht bij een boerenfamilie in Borculo. Voor Rein was die periode een avontuur, maar zijn broer Chris was een enorme pechvogel. Een poging om hem te behoeden voor dwangarbeid, mislukte.

Toen op 23 september 1944 de inwoners van Arnhem en omgeving moesten evacueren, moest ook de familie Van den Berg eraan geloven. Rein, zijn vader, moeder en broer moesten zich melden bij de kunstzijdefabriek AKU in Arnhem. Reins vader werkte bij de fabriek en was daarnaast brandweerman. Leden van de vrijwillige brandweer en hun gezinnen konden in het cellulosemagazijn van de AKU de ontwikkelingen afwachten. De evacuatie zou toch maar een paar dagen duren.

Maar het liep anders. In plaats van terug naar huis te kunnen moest de groep vertrekken. Een evacuatiecommissie regelde voor Reins familie onderdak in Rheden bij de familie Liet aan de Veerseweg. Veel meer dan dat het niet zo’n goede match was, wil Rein er niet over kwijt. “Mijn moeder was honderd procent doof. En dat ging niet goed met de vrouw des huizes. Dat was lastig, omdat mijn vader bijna de hele dag weg was. Als brandweerman moest hij publieke functies vervullen.”

‘Ik lokte mijn broer op slinkse wijze in een steegje, waarna de Duitsers hem voorbij fietsten’

Gezellige puinhoop
Daarom verhuisde het gezin in december naar de Worth Rhedenseweg, ook in Rheden, naar de familie Aalders. “Een gezin van zes mensen. Arm, maar heel gastvrij en hartelijk. Het was er een gezellige puinhoop.”

Voor de dagelijkse boodschappen waren er voedselbonnen. “Maar wij hebben ook veel geritseld. Stelen bij de Duitsers, brood jatten. En met de jongens van Aalders heb ik verschillende tochten ondernomen naar Arnhem, naar ons huis om spullen op te halen. Want het werd natuurlijk winter”, vertelt Rein met glimmende ogen.

Dat leidde tot verschillende avonturen met de Duitsers, want Arnhem ingaan was verboden. “Een keer hebben we een nacht gevangengezeten op de Paasberg. De volgende dag werden we weer vrijgelaten.”

Onderduiken
In februari 1945 moest Reins vader zich melden bij de Ortskommandant voor tewerkstelling. Daarvoor moest hij een loyaliteitsverklaring ondertekenen, maar dat weigerde hij. Dus bleef er niets anders over dan onder te duiken. Via de Illegaliteit werd onderdak aangeboden in het noorden van het land.

En zo ging het gezin met paard en wagen op pad. Rein: “Spullen erop, fietsen en koffers erop. En je gelooft het niet: bij Zutphen stortte het paard in. Dood. Toen hebben hulpvaardige mensen ons in Zutphen ondergebracht. De volgende dag zijn we op een treintje gezet naar Borculo.”  

De plaatselijke evacuatiecommissie bracht de familie onder bij het boerengezin Krukerink. Daar is het gezin tot de Bevrijding gebleven. “De eerste weken verstond ik ze nauwelijks, maar al snel sprak ik vloeiend Achterhoeks.” In tegenstelling tot in Rheden was het eten in Borculo fantastisch, herinnert Rein zich. “Op maandag bruine bonen, dinsdag bruine bonen en zo door. We hebben dagenlang op de wc gezeten. Mijn moeder vond het eten een beetje vet en is daarom een moestuin begonnen.”

Broer Chris was inmiddels zeventien geworden en tewerkgesteld bij de Organisation Todt (OT, Duitse bouwmaatschappij). Hij was geplaatst in een kazerne in Doesburg. Maar boer Krukerink vond dat Chris ook opgehaald moest worden. Dat kon vader niet doen, want die was immers ondergedoken.

En zo ging Rein als twaalfjarige op de fiets naar Doesburg. “Ik lokte mijn broer op slinkse wijze in een steegje, waarna de Duitsers hem voorbij fietsten.” Teruggekomen in Borculo meldde Chris zich op het gemeentehuis, om in aanmerking te komen voor voedselbonnen. De dienstdoende ambtenaar stuurde hem echter linea recta weer naar de OT, deze keer in Borculo. “Mijn broer was een enorme pechvogel”, stelt Rein vast.

‘Arnhem helpt Düsseldorf’
Op 1 april werd Borculo bevrijd. Rein herinnert zich dat er overal opeens mensen tevoorschijn kwamen. “Het leken boerenknechten, maar het waren Joden, die waren daar ondergedoken.”

Het gezin Van den Berg kon pas half juni terug. Hun huis was leeggeroofd. “De Duitsers hadden alles weggehaald en met treinen naar Duitsland gebracht. Op de treinen stond: Arnhem helpt Düsseldorf.” De Hulpactie Roode Kruis voorzag de familie van de nodige huisraad. In september kon Rein weer naar school.

Terugkijkend stelt hij vast dat de evacuatieperiode een spannende, avontuurlijke tijd was. “Je miste een schooljaar, maar je deed een hoop andere ervaringen op.” Door deze ervaringen is hij ook toleranter geworden ten aanzien van de vele vluchtelingen uit landen als Syrië en Oekraïne. “Je realiseert je dat die mensen ook evacués zijn uit oorlogsgebieden.”

Luchtfoto van de AKU-fabriek op de Kleefse Waard in Arnhem, april 1945. Gelders Archief: 1560 – 1669, Royal Air Force, Public Domain Mark 1.0 licentie.

Ik kom terug

Bekijk alle
evacuatie verhalen

Bekijk verhalen