Airborne Museum Hartenstein Menu

Nieuws

Artikel

Carl Giesberts vertelt over oorlogsdagboek van zijn vader

Onder grote belangstelling gaf Carl Giesberts zaterdag 4 mei een presentatie in het Airborne Museum over zijn vader, huisarts Carl Giesberts (1909-2000) te Oosterbeek.

Giesberts junior , die in 1974 de huisartsenpraktijk van zijn vader overnam, omschrijft zijn vader als trots, autoritair, ijdel, conservatief en een man met goede bedoelingen. In de oorlog hield Giesberts een dagboek bij, van januari 1942 tot december 1943 beschreef hij de gebeurtenissen die in Oosterbeek plaatsvonden. Pas in 2009 verdiepte Carl junior zich in dit dagboek, dat gedeeltelijk is verbrand tijdens de evacuatie in september 1944. Tot op dat moment wist Giesberts junior, die in 1946 is geboren, niet veel meer over de oorlog dan wat hij er op school en in de wandelgangen over had gehoord. Zijn vader sprak daar nooit over en op de vragen die hij stelde kreeg hij als antwoord ‘Lees mijn dagboek maar’.

Onvindbaar
Maar dat dagboek was onvindbaar na de dood van zijn vader in 2000, pas jaren later bleek dat zijn zus een paar dingen veilig had gesteld uit het ouderlijk huis. Zo kwam in 2009 het dagboek weer tevoorschijn, onleesbaar, verbrand en beschadigd. Het kostte Carl Giesberts junior drie maanden om het doktershandschrift te ontcijferen. Om het document voor de volgende generaties te bewaren, typte Giesberts junior het document uit. Het dagboek gaat vooral over Oosterbeek, waar Giesberts vanaf 1942 huisarts was als assistent van dokter Brevée. De Slag om Arnhem beschrijft Giesberts in detail. Op 17 september werd medische hulp ingeroepen vanuit Wolfheze, op weg daarnaartoe werd hij door de Duitsers tegengehouden, maar later mocht hij toch door. De Tafelberg in Oosterbeek werd ingericht als noodhospitaal en daar verzorgde hij alle gewonden, die werden binnengebracht. Het was een bloederig gezicht, al die afgerukte ledematen. Onder de gewonden waren ook Duitse soldaten, die hij evengoed verzorgde, ondanks zijn haat tegen de Duitsers. Zelfs als hij wist dat hulp niet meer kon baten. Aan zijn eigenlijke werk als dorpsdokter kwam hij niet meer toe. Hij beschrijft de evacuatie naar Apeldoorn en hoe hij onderweg werd beschoten en ontsnapte aan een granaatschijf. In Epe, waar Giesberts uiteindelijk terecht kwam, behandelde hij joodse onderduikers. De verhalen uit die periode zijn bekend, maar ieder persoonlijk verhaal is weer even uniek en herinnert ons aan wat er is gebeurd in die septemberdagen van 1944.

Stanislaw Sosabowski
Het tweede gedeelte van de lezing ging over de contacten van de familie Giesberts met de Poolse generaal Stanislaw Sosabowski, bevelhebber van de Poolse 1e Onafhankelijke Parachutistenbrigade. In september 1944 nam Sosabowski deel aan de Slag om Arnhem en lange tijd kreeg hij de zwarte piet toegespeeld wat betreft het mislukken van de Slag. Pas jaren later werd Sosabowski gerehabiliteerd en kreeg hij onderscheidingen voor zijn aandeel in de Tweede Wereldoorlog, een aantal daarvan werden postuum uitgereikt. Omdat Carl Giesberts senior goed bekend stond om zijn daden in de oorlog, werd hij op een dag gebeld met de vraag of hij Stanislaw Sosabowski en zijn vrouw als gast in huis wilde nemen. Sosabowski mocht wel aanwezig zijn bij de herdenkingen, maar het was hem verboden om een uniform te dragen of zijn mond open te doen. Tussen 1948 en 1966 logeerde hij ieder jaar bij het gezin Giesberts en er ontstond een hechte vriendschap tussen beide echtparen. Door alle gesprekken werd het Giesberts senior en zijn vrouw wel duidelijk dat Sosabowski weliswaar geen gemakkelijke man was, maar wel iemand met uitstekende en strategische militaire kwaliteiten en dat er onterecht niet naar hem was geluisterd.