Airborne Museum Hartenstein Menu

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Scroll

Persberichten

Vernieuwde Stiltekamer Airborne Museum laat persoonlijke verhalen achter onderscheidingen spreken

De Stiltekamer van het Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek is vernieuwd. Deze bijzondere presentatie vormt het hart van het museum. Het is een plek van stilte, bezinning en dankbaarheid.

In de Stiltekamer worden onderscheidingen tentoongesteld van mensen die betrokken waren bij de Slag om Arnhem. Ieder van hen deed tijdens deze dagen iets bewonderenswaardigs. Ze namen als militair deel aan de strijd, verzorgden gewonden, zaten in het verzet of droegen op een andere manier bij aan de strijd tegen de Duitse bezetting. Al deze onderscheidingen zijn door de mensen zelf of hun nabestaanden geschonken aan het Airborne Museum.

De presentatie is uitgebreid met nieuwe wandvitrines en digitale zuilen. Via deze interactieve zuilen hebben bezoekers toegang tot de volledige database van onderscheidingen die in de Stiltekamer te zien zijn. Daarbij kunnen zij ontdekken wie welke onderscheidingen hebben ontvangen en welke verhalen hierachter schuil gaan.

Directeur van het Airborne Museum Ronnie Weijers: “Met de vernieuwde Stiltekamer willen we bezoekers dichter bij de persoonlijke verhalen brengen die schuilgaan achter de onderscheidingen. Elke medaille vertelt een verhaal van moed, verlies en menselijkheid. Door deze verhalen te blijven delen, houden we de herinnering aan de Slag om Arnhem levend.

Meer ruimte voor verhalen en herinneringen
De uitbreiding zorgt niet alleen voor een rijkere bezoekerservaring, maar biedt het museum ook de mogelijkheid om meer onderscheidingen te presenteren.
Het Airborne Museum nodigt mensen uit die nog onderscheidingen of medaillesets van familieleden bewaren (die zijn toegekend ten tijde of vlak na de Slag om Arnhem) contact op te nemen. Zo kunnen deze waardevolle herinneringen onderdeel worden van het collectieve verhaal dat in het museum wordt verteld.

 

Cora Baltussen
Cora Baltussen kwam uit Driel en werkte als sociaal verzorgster bij een textielfabriek in Helmond. Bij de aanvang van Operatie Market Garden was Cora in Driel. Op 21 september zag ze daar ruim 1.000 Poolse parachutisten landen.

Cora maakte contact met de Poolse generaal-majoor Sosabowski en werd zijn contactpersoon voor de plaatselijke bevolking. Samen met andere EHBO-ers verzorgde ze daarnaast dag en nacht gewonden in het parochiehuis van Driel. Nadat de Slag om Arnhem werd verloren, moest Cora evacueren. Na de bevrijding meldde ze zich aan bij het Nederlandse Rode Kruis om andere evacués te helpen.

De Poolse troepen werden na de slag door de geallieerde legerleiding deels verantwoordelijk gehouden voor het falen van de operatie, iets waar Cora erg verontwaardigd over was. De rest van haar leven heeft zij zich ingezet voor het eerherstel van de Poolse militairen.

Bill Bradburn
Bill Bradburn meldde zich in februari 1939 aan bij het Britse leger. Hij diende enkele jaren bij het Royal Corps of Signals voordat hij overstapte naar het Glider Pilot Regiment. Op 17 september 1944 nam Bradburn deel aan Operatie Market Garden en landde met zijn zweefvliegtuig bij Wolfheze.

Bradburn nam deel aan de gevechten in de perimeter in Oosterbeek en werd onder andere ingezet bij de Stationsweg. Aan het einde van de slag lukte het Bradburn om te evacueren over de Rijn tijdens Operatie Berlin en keerde hij terug naar het Verenigd Koninkrijk. Bradburn kwam later in de oorlog nog in actie tijdens Operatie Varsity.

Derk Wildeboer
Derk Wildeboer, schuilnaam Bill, woonde in Ede en raakte al vroeg in de oorlog betrokken bij het Nederlandse verzet door in 1941 een geallieerde piloot bij hem te laten onderduiken. Een paar weken voor de aanvang van Operatie Market Garden werd hij verkozen tot leider van het verzet in de regio Ede en van de Binnenlandse Strijdkrachten. Na de Slag om Arnhem speelde Wildeboer een grote rol bij het plannen van verschillende ontsnappingsoperaties, waaronder Operatie Pegasus I.

Wildeboer ondersteunde ook de geallieerde inlichtingendienst, voorzag hen dagelijks van kaarten met daarop de Duitse posities en was betrokken bij het huisvesten van tientallen geallieerde militairen die aan gevangenschap ontsnapt waren. Tijdens Operatie Pegasus I leidde hij zelf de militairen naar de Rijn om te zorgen dat ze veilig in bevrijd gebied kwamen. Het was aan Wilderboer dat brigadier Lathbury later via de BBC het nieuws stuurde: “Bericht voor Bill, alles is in orde, hartelijk dank”.

De onderscheidingen van Derk Wildeboer zijn recent geschonken aan het Airborne Museum en vanaf heden te zien in de Stiltekamer.